Verpleegster

Verpleegster

By August van Cauwelaert

Teer blauw en blank, gelijk in onze tempelhallen
Er beelden van Madonnas en van heiige staan;
Veel wit, heel wit opdat een straalke vreugde valle
Op al het duister lijden waar gij langs zult gaan.

Misschien zal ik, gekwetst, eens worden ingedragen
Waar gij in liefde uw leven geeft, door nacht en dag;
Maar gij zult naast me staan, met dringend-vreez’ge vragen
En over mij de vrede van uw glimmelach.

Gij zult mijn bleek en moede hoofd traag streelen
Dat in de roze schaal van uw handen ligt;
Gij zult den kloppend-koorts’gen brand der wanden heelen
Met dubblen ijver, dankbaar voor uw grootschen plicht.

Uw stem zal ruischen in mijn oor, en ‘t hart doen breken
Opeens van onvermoed geluk, dat leed verving;
Want geen die ‘t zielsverholen woord van troost kan spreken
Als wie zelf weemoed draagt van heil dat onderging.

En over mijn onrust’gen slaap, zal, trouwe wake,
Uw oogenpaar gelijk een dubble sterre staan;
En als ik, plots ontwekt, me uw vingeren voel raken,
Zal ‘t zijn of moeders handen om mijn slapen gaan.

2 April 1916.

Source and copyright: Collectie Letterenhuis en Het Archief

August van Cauwelaert

August van Cauwelaert was een romanschrijver, essayist en dichter. Read more…

Comments are closed.